• hal·ve fi·na·le
enkelvoud meervoud
naamwoord halve finale halve finales
verkleinwoord - -

de halve finalev / m

  1. bij toernooien elk van de twee wedstrijden waarvan de winnaars in de finale tegen elkaar strijden om het kampioenschap
  • De term wordt zowel in de sport als bij wedstrijden met een meer cultureel karakter gebruikt. Het is mogelijk dat er per wedstrijd twee deelnemers tegenover elkaar staan, maar bijvoorbeeld bij hardloopwedstrijden of talentenjacht is ook een groter aantal deelnemers per wedstrijd mogelijk. De deelnemers kunnen individuen zijn of ploegen.