Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hal·va·ri·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halvarine halvarines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de halvarinev / m

  1. (voeding) makkelijk smeerbare margarine met ongeveer 40% vet
    • Op de schijf staan groente, fruit, volkorengranen, wat mager vlees, wat eieren, wat vis, peulvruchten, ongezouten noten, olie, halvarine en magere of halfvolle, in ieder geval vrijwel ongezoete zuivelproducten. Dat staat prominent in de supermarkt als iedereen volgens de Schijf eet. De spinazie mag best uit de diepvries komen. De bonen mogen in blik zitten. De soep in zakken. Maar zout, suiker en vet daarin moeten onder drempelwaarden liggen die het Voedingscentrum heeft opgesteld, zodat wij er niet te veel van binnen krijgen.[3] 
    • Je brood besmeren met margarine of halvarine is overbodig en ongezond en vlees bruinen in de bakboter kan helemaal niet meer. Gezondheidsgoeroes promoten de olijfolie, een pijler van het populaire mediterrane voedingspatroon, dat inderdaad gezonde onverzadigde vetzuren bevat.[4]  
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen