hadada-ibis

Nederlands

Hadada-ibis (Bostrychia hagedash)

Uitspraak

• Geluid:  hadada-ibis    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• ha·da·da·ibis

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  Hadada en  en  ibis zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hadada-ibis	hadada-ibissen
verkleinwoord	hadada-ibisje	hadada-ibisjes

Zelfstandig naamwoord

de hadada-ibis m

1. (roeipotigen) Bostrychia hagedash  een soort ibis uit de familie ibissen en lepelaars (Threskiornithidae) die voorkomt in Sub-Saharisch Afrika

Hyperoniemen

• ibissen en lepelaars, roeipotigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'hadada-ibis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.