haalgolf
- haal·golf
- samenstelling van halen ww en golf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haalgolf | haalgolven |
verkleinwoord | haalgolfje | haalgolfjes |
de haalgolf v
- (waterbeheer) golf die langs de oever loopt als op enige afstand ongeveer evenwijdig aan die oever een vaartuig voorbij vaart
- ▸ Minister Udink van verkeer en waterstaat wil voorlopig de Noorderpier in Hoek van Holland niet sluiten. Daar werden zondag 17 december circa twintig ' wandelaars door een hoge haalgolf van een schip van de KNSM in zee gespoeld.[1]
- ▸ ⧖ Ofschoon het kanaal ca. 100 m breed is, geven de voorbijvarende schepen met een snelheid van ca. 5 knoopen reeds een belangrijke haalgolf, zoodat, mede in verband met het zoutgehalte van het water, gemiddeld gerekend kan worden, dat 4 jaren na aanleg de voegen van het breuksteen metselwerk zijn uitgeschuurd, terwijl het daaronder liggende zand wordt uitgespoeld en de muur dien tengevolge ineenstort.[2]
- Het woord 'haalgolf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Noorderpier in de Hoek blijft open (6 februari 1973) in: NRC-Handelsblad, jrg. 3 nr. 107, 5 kol. 1
- ↑ Weblink bron ir. W.F. Baron van AsbeckToepassing van asfalt in de waterbouwkunde (1-7-1938) in: De Ingenieur , jrg. 53 nr. 26, blz. B112 kol. 2