haagbeuknerfhoekmijt

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • haag·beuk·nerf·hoek·mijt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haagbeuknerfhoekmijt haagbeuknerfhoekmijten
verkleinwoord haagbeuknerfhoekmijtje haagbeuknerfhoekmijtjes

Zelfstandig naamwoord

de haagbeuknerfhoekmijtv / m

  1. (spinachtigen) Aceria tenella   een mijt behorend tot de familie van der galmijten (Eriophyidae  ). Hij leeft olifaag op Betulaceae   en is bekend van de haagbeuk (Carpinus betulus), de oosterse haagbeuk   (Carpinus orientalis) en de Europese hopbeuk   (Ostrya carpinifolia)
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie