gunsttarief
- Geluid: gunsttarief (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣʏnstaˌrif / (3 lettergrepen)
- gunst·ta·rief
- samenstelling van gunst zn en tarief zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gunsttarief | gunsttarieven |
verkleinwoord | gunsttariefje | gunsttariefjes |
het gunsttarief o
- (België) verlaagde prijs of te verlaagd percentage dat betaald moet worden
- "Een blanco cheque." De sp.a reageert scherp op een wetswijziging over het fiscale gunsttarief van voetbal-, basket en volleybalclubs. De voorbije jaren konden clubs rekenen op een vrijstelling van bedrijfsvoorheffing, op voorwaarde dat een deel van dat geld terugvloeide naar de jeugdwerking. Die bindende voorwaarde werd donderdag ongedaan gemaakt na een stemming in de Kamer. Sp.a stemde als enige tegen. [1]
- Het woord gunsttarief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ de Morgen 19-03-11