grote spitsvogel
- (IPA in voorbereiding)
- gro·te spits·vo·gel
- verbinding van grote en spitsvogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote spitsvogel | grote spitsvogels |
verkleinwoord | groot spitsvogeltje | grote spitsvogeltjes |
de grote spitsvogel m
- (zangvogels) Artamus maximus een endemische zangvogel van het midden- en hooggebergte in Nieuw-Guinea
- Het woord 'grote spitsvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.