Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gro·te lijs·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grote lijster grote lijsters
verkleinwoord groot lijstertje grote lijstertjes

Zelfstandig naamwoord

de grote lijsterv / m

  1. (zangvogels) Turdus viscivorus   een van de grootste zangvogels uit de familie lijsters (Turdidae). De grote lijster is de grootste Europese lijstersoort, met grijsbruine vleugels en gevlekte borst. De buitenste staartpennen zijn lichter van kleur en hebben witte punten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie