grootindustrie
- groot·in·dus·trie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootindustrie | grootindustrieën |
verkleinwoord |
de grootindustrie v
- (industrie) zeer groot industrieel bedrijf
- ▸ In NortH2 moeten duizenden windmolens boven de Waddeneilanden de stroom gaan leveren voor een nieuw te bouwen mega-waterstoffabriek in Eemshaven. Die waterstof zou dan via de omgebouwde gasleidingen van staatsbedrijf Gasunie verspreid kunnen worden naar de Nederlandse en zelfs internationale grootindustrie.[3]
- Het woord grootindustrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ grootindustrie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Renee van Hest en Bas Haan“Kabinet heroverweegt samenwerking met Shell in waterstofprojecten” (Vrijdag 10 december 2021, 23:12), NOS