groothandelsprijs

  • groot·han·dels·prijs
enkelvoud meervoud
naamwoord groothandelsprijs groothandelsprijzen
verkleinwoord

de groothandelsprijsm

  1. (handel) de prijs die groothandelaars betalen voor producten. De groothandelsprijs is het totale bedrag van de kosten om de producten te vervaardigen, samen met de winstmarge van de fabrikant
     Rusland boycot groente en fruit uit de Europese Unie. Ook Nederlandse bedrijven hebben daar last van. De groothandelsprijs van veel producten is fors gezakt en er blijven veel producten over.[1]
     Vandaag zijn vooral de problemen waar bedrijven mee kampen geïnventariseerd. Door de boycot is de groothandelsprijs van veel producten fors gezakt. Onder meer paprika-, champignon- en komkommertelers kunnen steun verwachten. Hoeveel steun er komt en waaruit de steun bestaat, wordt dus volgende week pas duidelijk.[2]
  1.   Weblink bron “Dijksma trakteert ministers op fruit” (Vrijdag 15 augustus 2014, 10:31), NOS
  2.   Weblink bron “Volgende week steun voor telers” (Donderdag 14 augustus 2014, 17:10), NOS