• (IPA in voorbereiding)
  • groot klok·hoed·je
enkelvoud meervoud
naamwoord groot klokhoedje grote klokhoedjes
verkleinwoord

het groot klokhoedjeo dim. tant.

  1. (mossen) Encalypta streptocarpa   een mos uit de familie Encalyptaceae  . Hij groeit voornamelijk op schaduwrijke, maar ook lichte, maar frisse tot vochtige locaties op kalk- of basisrijke ondergrond in bergbossen: op rotsen, aarde, op hellingen en muren. ;Uiterlijke kenmerken