Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondwaarde grondwaarden
grondwaardes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grondwaardev

  1. (economie) de economische waarde van een stuk land
     "Gemeenten verlagen de grondprijs niet graag; ze hebben geen zin om op grondwaardes af te boeken, vaak met het idee dat het wel weer zal bijtrekken", zegt woningmarkteconoom Peter Boelhouwer van de TU Delft.[1]
     "De fout in het huidige systeem is dat je iedere 50 jaar de volledige grondwaarde betaalt", zegt Koen de Lange van de stichting. Bewoners hebben dus al betaald voor de grond. Nu repareren ze dat, maar moet je nog wel een keer langs de kassa. Maak er dan een klein bedrag van om over te stappen, maar niet deze hoge bedragen. Dit is inpikken van vermogen."[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Leen Kraniotis
    “Dure grond belemmert bouw koophuizen: moet de grondprijs omlaag?” (Zondag 21 mei 2023, 06:52), NOS
  2.   Weblink bron “Meer duidelijkheid voor Amsterdamse erfpachters” (Maandag 9 januari 2017, 14:01), NOS