grommelpot

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  grommelpot    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• grom·mel·pot

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  grommel ww  en  pot zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grommelpot	grommelpotten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grommelpot m

1. een persoon die vaak boos en ontevreden is

Synoniemen

• knorrepot, mopperpot, kankeraar, grommelaar, brompot, brombeer, iezegrim, mopperaar

Gangbaarheid

• Het woord grommelpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grommelpot" herkend door:

29 %	van de Nederlanders;
68 %	van de Vlamingen.