grokken
- grok·ken
- [A] van Engels grok ww .
De Amerikaanse schrijver Robert A. Heinlein introduceerde het werkwoord grokken in Vreemdeling in een vreemd land waarmee hij Martiaans voor "drinken" bedoelde. Figuratief heeft het een bredere betekenis. - [B] ww: afgeleid van grok zn met het achtervoegsel -en
- [B] zn: grok zn met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
grokken |
grokte |
gegrokt |
zwak -t | volledig |
[A] grokken
- "volledig begrijpen" of, meer formeel, "intuïtief begrijpen"
- ▸ Als je iets grokt dan kun je het intuïtief, moeiteloos en onbeperkt bevatten. Als je iets grokt, dan gaat het een deel van je uitmaken en jij wordt zelf deel van dat iets, zonder moeizame Aardse pogingen tot kennisvergaring.[1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
grokken |
grokte |
gegrokt |
zwak -t | volledig |
[B] grokken
- (drinken) grog drinken
- ▸ Zij roken en grokken en kletsen er maar lustig op los en nog nooit heeft een sneeuw- of modderspatje de virginale reinheid van hun prachtpakken geschonden.[2]
de [B] grokken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord grok
- Het woord 'grokken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Jarett Kobek (vert. Thijs van Nimwegen & Anne Roetman“Ik haat het internet” (2016), Xander Uitgevers BV, Amsterdam, ISBN 9789401606257, hfst. 7
- ↑ Weblink bron “Verzameld werk. Deel 6. : Wintervisioenen uit Engadin” (1980), Manteau, Brussel, ISBN 90 223 0457 4, p. 695
- ↑ Weblink bron J. van Oudshoorn,“Pinksteren.” (1929), V. Holkema en Warendorf's U.M., Amsterdam, p. 89