Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·ver·voer·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepsvervoerder groepsvervoerders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groepsvervoerderm

  1. (economie) (verkeer) bedrijf dat vervoer voor groepen reizigers aanbiedt
     Groepsvervoerder Klomp failliet verklaard: Klomp Groepsvervoer uit Ede is failliet verklaard. Het bedrijf is in moeilijkheden gekomen door het verlies van een aantal contracten.[1]
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Groepsvervoerder Klomp failliet verklaard” (Woensdag 27 april 2016, 16:00), NOS