Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·ver·voer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepsvervoer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het groepsvervoero

  1. (verkeer) vervoer van meerdere personen tegelijkertijd in één vervoermiddel
     Klomp levert groepsvervoer door heel Nederland. Bij de vervoerder werken ongeveer 400 mensen. Chauffeurs worden door de directie opgeroepen voorlopig te blijven rijden.[1]
     De taxibranche maakt zich zorgen over de kwaliteit van het groepsvervoer. Volgens brancheorganisatie KNV is dat vooral te wijten aan de aanbesteding van het groepsvervoer door gemeenten.[2]
     "Een aanbesteding is het moment waarop taxibedrijven met elkaar kunnen en moeten concurreren om een opdracht voor groepsvervoer", zegt bestuursvoorzitter Chris Fonteijn van de NMa.[3]
Hyperoniemen


Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Groepsvervoerder Klomp failliet verklaard” (Woensdag 27 april 2016, 16:00), NOS
  2.   Weblink bron “Zorgen over kwaliteit groepsvervoer” (Maandag 8 september 2014, 17:02), NOS
  3.   Weblink bron “Boete voor taxibedrijven R'dam” (Maandag 4 maart 2013, 08:51), NOS