Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·trai·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepstraining groepstrainingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groepstrainingv / m

  1. (sport) training voor meerdere mensen tegelijkertijd; training voor een heel team
     Een eerste groepstraining staat donderdag nog niet op het programma. Die volgt zaterdag. Donderdag melden de eerste spelers zich op het trainingscomplex van Ajax voor de gebruikelijke medische en conditionele testen. De spelers die onlangs nog interlandverplichtingen hadden, hebben nog iets langer vakantie.[1]
     Frenkie de Jong heeft maandag de groepstraining bij FC Barcelona hervat. De middenvelder stond bijna een maand aan de kant met een hamstringblessure, opgelopen in de slotseconden van de met 2-1 gewonnen topper tegen Real Madrid op 19 maart.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ajax begint vol onzekerheden en met druk als vanouds aan voorbereiding” (Donderdag 29 juni 2023, 09:38), NOS
  2.   Weblink bron “Frenkie de Jong hervat na maand blessureleed groepstraining bij Barcelona” (Maandag 17 april 2023, 15:54), NOS