Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepshoofd groepshoofden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het groepshoofdo

  1. (voetbal) (verondersteld) sterkste team van een groep in de groepsfase van een voetbaltoernooi
     De bondscoach kijkt zelfs al verder dan de groepsfase van de Nations League: "Nog meer punten zou betekenen dat we sowieso niet degraderen, maar ook dat we groepshoofd zijn bij het EK (als Nederland zich kwalificeert, red.)."[1]
     Bovendien is Oranje groepshoofd van een EK-kwalificatiegroep, waardoor het team van Ronald Koeman gevrijwaard blijft van een heel zware loting. Mocht Nederland onverhoopt niet bij de beste twee landen eindigen in zijn kwalificatiegroep, dan is er nóg een escape.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Koeman en Depay zien Oranje doorgroeien: 'We kunnen niet meer terug'” (16-10-2018), NOS
  2.   Weblink bron “Oranje in de Nations League Finals: en nu?” (20-11-2018,), NOS