groepsgewijs
- groeps·ge·wijs
stellend | |
---|---|
onverbogen | groepsgewijs |
verbogen | groepsgewijze |
partitief | groepsgewijs |
groepsgewijs
- per groep
- De groepsgewijze gesprekken duurden de hele dag.
- Het woord groepsgewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.