groenwieren
- Geluid: groenwieren (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- groen·wie·ren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groenwieren | |
verkleinwoord |
de groenwieren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord groenwier
- meervoudsvorm als officiële benaming (algen) een stam Chlorophyta van organismen die verwant zijn aan de planten. Ze hebben met planten gemeen dat ze hetzelfde type bladgroen (chlorofyl a en b) hebben, hun chloroplasten thylakoïden bevatten, ze dezelfde pigmenten hebben, zetmeel als reservevoedsel gebruiken en de celwanden uit cellulose bestaan. Ze hebben daarentegen geen vasculair systeem
- [2] kranswieren
- [2] bloedregenalg, breed darmwier, dambordwier, echt darmwier, gekromde zeesla, geperforeerde zeesla, klein darmwier, mosbol, plat darmwier, rotswier, stekelig darmwier, stijve zeesla, vederwier, viltwier, zeesla
- Het woord 'groenwieren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] groenwieren op Wikidata