groenwarenhuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groen·wa·ren·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groenwarenhuis | groenwarenhuizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het groenwarenhuis o
- een warenhuis dat zich richt op het verkopen van planten en tuinbenodigdheden