elektronica- en witgoedwarenhuis
- elek·tro·ni·ca- en wit·goed·wa·ren·huis
- samentrekking van elektronicawarenhuis en witgoedwarenhuis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elektronica- en witgoedwarenhuis | elektronica- en witgoedwarenhuizen |
verkleinwoord |
het elektronica- en witgoedwarenhuis o
- grootwinkelbedrijf dat zich richt op het verkopen van apparaten waar een snoer aan zit
- boekenwarenhuis, elektronicawarenhuis, groene warenhuis, groenwarenhuis, kledingwarenhuis, kluswarenhuis, schoenenwarenhuis, speelgoedwarenhuis, witgoedwarenhuis, woonwarenhuis
- Het woord 'elektronica- en witgoedwarenhuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.