grijze boszangervink

Nederlands

 
Afbeelding uit 1870 van Certhidea fusca
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • grij·ze bos·zan·ger·vink
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grijze boszangervink grijze boszangervinken
verkleinwoord grijs boszangervinkje grijze boszangervinkjes

Zelfstandig naamwoord

de grijze boszangervinkv / m

  1. (zangvogels) Certhidea fusca   een van de zogenaamde darwinvinken. Het zijn allemaal zangvogels uit de grote Amerikaanse familie Thraupidae   (tangaren). De darwinvinken komen als endemische soorten alleen voor op de Galapagoseilanden
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie