grijswangdwerglijster
- (IPA in voorbereiding)
- grijs·wang·dwerg·lijs·ter
- samenstellende samenstelling van grijs bn, wang zn en dwerglijster zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grijswangdwerglijster | grijswangdwerglijsters |
verkleinwoord | grijswangdwerglijstertje | grijswangdwerglijstertjes |
de grijswangdwerglijster v / m
- (zangvogels) Catharus minimus een middelgrote lijster. Deze soort is 15-17 cm lang en heeft het wit-donker-witte ondervleugelpatroon dat kenmerkend is voor Catharus-lijsters. Het is een lid van een hechte groep migrerende soorten, samen met de veery (Catharus fuscescens) en de Bicknells dwerglijster (Catharus bicknelli), het vormt een cryptisch soortenpaar met de laatste. De grijswangdwerglijster is bijna niet te onderscheiden van de Bicknells dwerglijster, behalve door zijn iets grotere formaat en ander gezang. De twee werden vroeger als soortgenoten beschouwd. Van alle Amerikaanse gevlekte lijsters heeft de grijswangdwerglijster het meest noordelijke broedgebied
- Het woord 'grijswangdwerglijster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.