dwerglijster
- (IPA in voorbereiding)
- dwerg·lijs·ter
- samenstelling van dwerg zn en lijster zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dwerglijster | dwerglijsters |
verkleinwoord | dwerglijstertje | dwerglijstertjes |
- (zangvogels) Catharus ustulatus een vogelsoort uit de familie lijsters (Turdidae). Het verenkleed aan de onderzijde is wit met donkere vlekken op borst en schouders. Kop, rug, vleugels en staart zijn grijsbruin. Rond de ogen bevindt zich een duidelijke, lichtere oogring. De lichaamslengte bedraagt ongeveer 18 cm
- bergdwerglijster, Bicknells dwerglijster, bruinkopdwerglijster, geelbekdwerglijster, Goulds dwerglijster, grijskeeldwerglijster, grijsrugdwerglijster, grijswangdwerglijster, Sclaters dwerglijster, zwartkopdwerglijster
- Het woord 'dwerglijster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.