• (IPA in voorbereiding)
  • gras·geest·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord grasgeestje grasgeestjes

het grasgeestjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Perittia farinella   een vlinder uit de familie grasmineermotten (Elachistidae). De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1794 door Thunberg. De soort komt voor in Europa