gongeferd
- gon·ge·ferd
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | gongeferd | gongeferda | gongefeɾder | gongefeɾdene |
gongeferd, v
- dwaaltocht, omzwerving, trektocht, voetreis, voettocht, wandeltocht, zwerftocht
- (mythologie) in het noordse volksgeloof een geest, die aan een persoon voorafgaat en door voortekens hun komst aankondigd, vaak als waarschuwing voor dreigend gevaar
- [1-2]: gangferd
- [1]: fottur
- Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Noors)