• gon·ge·ferd
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden gonge en ferd
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gongeferd     gongeferda     gongefeɾder     gongefeɾdene  

gongeferd, v

  1. dwaaltocht, omzwerving, trektocht, voetreis, voettocht, wandeltocht, zwerftocht
  2. (mythologie) in het noordse volksgeloof een geest, die aan een persoon voorafgaat en door voortekens hun komst aankondigd, vaak als waarschuwing voor dreigend gevaar
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Noors)