Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gok·cir·cuit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gokcircuit gokcircuits
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gokcircuito

  1. besloten groep van mensen en organisaties die betrokken zijn bij het gokken en spelen van kansspelen
     Want was hij wel goed genoeg voor Feyenoord? En ging het privé wel goed met hem? Kuijt was betrokken bij een illegaal gokcircuit. En zijn veranderde uiterlijk was het mikpunt van spot, toen hij als analist op televisie verscheen. "Ik hou van de Haagse humor. Maar die grapjes over mijn gezicht zijn uit, ik kijk uit naar nieuwe."[1]
     Ook twee andere gokkers, die dicht bij elkaar wonen maar in een andere regio, hebben elk meerdere kleine weddenschappen geplaatst op de gele kaart, waarbij ze ongeveer 1000 euro hebben gewonnen. In totaal zijn er bij een bookmaker tien weddenschappen op deze gele kaart gezet. Of er bij andere bookmakers of in het illegale gokcircuit nog meer op deze gele kaart is gegokt, is niet bekend.[2]


Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Met de lessen van Benítez, Van Gaal en Van Marwijk begint trainer Kuijt bij ADO” (Donderdag 2 juni 2022, 15:15), NOS
  2.   Weblink bron
    Guido van Gorp en Ben Meindertsma
    “Eredivisievoetballer verdacht van matchfixing met gele kaart, politie doet onderzoek” (Zondag 9 mei 2021, 17:00), NOS