gogo
- go·go
- van Engels go-go, dat verwijst naar het aanhoudende ritme [1]Go-go (eng)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gogo | - |
verkleinwoord | - | - |
de gogo m
- (muziek) genre funk die rond 1970 in de Washington D.C. populair werd
Gogo is dansmuziek met veel invloed van rhythm-and-blues en hiphop en kenmerkt zich door een aanhoudend ritme van basgitaar en drums en het gebruik van akoestische instrumenten.- De Hipbone connection mixt psychedelische funk jazz uit de jaren zeventig met invloeden uit dit decennium als hiphop, gogo en house, en gaat latin al evenmin uit de weg. [2]
- Gotcha's voorliefde voor gogo ontaarde in stuurloze jams, zodat de bezoekers gelaten op de bankjes bleven plakken, terwijl de band nerveus rondstuiterde. [3]
- Dit genre muziek heeft niets te maken met gogodanseres of gogogirl, die net als à gogo een andere woordherkomst hebben.
- Het woord 'gogo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gogo" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ gogo op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "Waarheen Daarheen. Pop. Hipbone Connection" in: Leeuwarder Courant jrg. 243 nr. 218 (16 september 1994); p. 31 (Freed 7) kol. 2; geraadpleegd 2019-06-26
- ↑ Velde, M. op ten"Sfeervol, maar niet verrassend. Pop" in: Het Parool jrg. 51 nr. 14381 (6 januari 1992); p. 13 kol. 3; geraadpleegd 2019-06-26
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
gogo m
- (spreektaal) uilskuiken, onnozele hals [1]