goedheiligman
  • goed·hei·lig·man
enkelvoud meervoud
naamwoord goedheiligman
verkleinwoord

de goedheiligmanm

  1. bijnaam voor Sinterklaas
     Je stond nog niet voor hem of je begon op het rode tapijt aan een rondedansje, daarbij de goedheiligman al huppelend je rug toekerend.[1]
     Een oude man met een boek vol gegevens van minderjarigen. Normaal zou je daar misschien je wenkbrauwen bij optrekken, maar in het geval van Sinterklaas doen we er niet moeilijk over. Toch vragen we ons stiekem af: houdt de goedheiligman zich aan de privacywet?[2]
     ,,Hoe kan dat nou”, vroeg Hoofdpiet na de mededeling aan Sinterklaas. ,,Ozosnel is weer terug”, antwoordt de goedheiligman. ,,En we hebben de sleutel van het pakjesruim gevonden, dus er zijn meer dan genoeg cadeautjes voor een heerlijk sinterklaasfeest.[3]
  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  2.   Weblink bron
    Erik Nusselder
    “Schendt het grote boek van Sint en Piet de privacywet niet?” (03-12-2021), Tubantia
  3.   Weblink bron “Hoofdpiet dient ontslag in, Pakjesavond kan toch doorgaan” (04-12-2021), Tubantia