glidkruid
- (IPA in voorbereiding)
- glid·kruid
- samenstelling van glid en kruid zn
- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glidkruid | glidkruiden |
verkleinwoord | glidkruidje | glidkruidjes |
- (bloemplanten) een geslacht Scutellaria van eenjarige en overblijvende planten uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae ). Tot het geslacht worden zo'n tweehonderd soorten gerekend, die een typische kelkvorm gemeen hebben. De bloemen hebben duidelijk herkenbare boven- en onderlippen. De naam van het geslacht is een verwijzing naar de bloemkelken: de Latijnse verkleinvorm "scutella" betekent namelijk zoveel als klein schild of schoteltje
- Het woord 'glidkruid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.