glaspaleis

Nederlands

glaspaleis

Uitspraak

• Geluid:  glaspaleis    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• glas·pa·leis

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  glas zn  en  paleis zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	glaspaleis	glaspaleizen
verkleinwoord	glaspaleisje	glaspaleisjes

Zelfstandig naamwoord

het glaspaleis o

1. (bouwkunde) gebouw waarvan de buitenwanden (voornamelijk) uit glas bestaan

   ▸ Huis de Luijff is de plaats waar in de jaren vijftig een van de oprichtingsvergaderingen was van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, een van de voorlopers van de EU. Het Glaspaleis is een voormalig warenhuis, dat onderdak biedt aan SCHUNCK*, een culturele instelling.

Gangbaarheid

• Het woord glaspaleis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.