giersteek
- gier·steek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | giersteek | giersteken |
verkleinwoord | giersteekje | giersteekjes |
de giersteek m
- (valkachtigen) bepaald soort roofvogel, Falco rusticolus uit de familie van valken Falconidae
- giervalk (meer gangbaar)
- Het woord 'giersteek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.