gezichtsreiniging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zichts·rei·ni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezichtsreiniging gezichtsreinigingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gezichtsreinigingv

  1. (cosmetica) schoonmaken van het gezicht
    • Het spreekt vanzelf, dat men met één enkele gezichtsreiniging per dag niet kan volstaan. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. A. (ps.)
    "Als de huid nog rimpelloos is" in: Algemeen Handelsblad (25 maart 1939
    ; p. 20 (Zat.Bijv.: 9), kol. 3; geraadpleegd 2016-03-05