gezegend
- ge·ze·gend
vervoeging van: | zegenen… |
verbogen vorm: | gezegende |
gezegend
- voltooid deelwoord van zegenen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gezegend | gezegender | gezegendst |
verbogen | gezegende | gezegendere | gezegendste |
partitief | gezegends | gezegenders | - |
gezegend
- gelukkig en tevreden
- Hij verkeerde in de gezegende omstandigheden dat hij rijk en gezond was en ook nog een leuke vrouw had.
- (van jonge vrouwen) gezegende omstandigheden: zwanger zijn
- De jonge vrouw verkeerde in gezegende omstandigheden, ze was n.l. in blijde verwachting van haar eerste kind.
- Het woord gezegend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gezegend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be