gewrichtsreumatiek

  • ge·wrichts·reu·ma·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord gewrichtsreumatiek
verkleinwoord

de gewrichtsreumatiekv

  1. (medisch) chronische ontsteking aan de gewrichten
     De schedel spreekt tot de verbeelding. In 1991 concludeerde een Franse student die hem had onderzocht, dat Mozart niet stierf aan acute gewrichtsreumatiek maar aan de complicaties van een hoofdwonde. Mozart zou die na een val hebben opgelopen, wat ook de aanhoudende hoofdpijn zou verklaren waaraan de componist sinds meer dan een jaar voor zijn dood leed.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Mozarts schedel teruggevonden?” (4 januari 2006 om 00:00), De Standaard