gewone doornrog
- (IPA in voorbereiding)
- ge·wo·ne doorn·rog
- verbinding van gewone en doornrog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewone doornrog | gewone doornroggen |
verkleinwoord | gewoon doornroggetje | gewone doornroggetjes |
de gewone doornrog m
- (kraakbeenvissen) Trygonoptera testacea een rog uit de familie doornroggen. Deze rog is volwassen bij 21 tot 26 cm (mannetje) en 31 cm (vrouwtje) en kan tot 47 cm lang worden. Hij is van licht- en donkerbruin tot grijs bovenaan en wit aan de onderzijde. Hij heeft een kleine rugvin, één of twee stevige, giftige stekels op de staart, en een bladvormige staartvin
- doornroggen, roggen, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'gewone doornrog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.