• (IPA in voorbereiding)
  • ge·wo·ne bab·be·laar
enkelvoud meervoud
naamwoord gewone babbelaar gewone babbelaars
verkleinwoord gewoon babbelaartje gewone babbelaartjes

de gewone babbelaarm

  1. (zangvogels) Argya caudata   een vogel die voorkomt in droge gebieden op het Indische subcontinent. Deze soort is nauw verwant aan de Afghaanse babbelaar (T. huttoni) die ook wel als een ondersoort wordt beschouwd, onder andere door BirdLife International