gewichtigheid
- ge·wich·tig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewichtigheid | gewichtigheden |
verkleinwoord |
de gewichtigheid v
- iets dat van heel groot belang is
- de mate waarin iets belangrijk is; de mate waarin men iets als belangrijk ervaart
- ▸ Rechter Kidd stelde: ,,Er valt niets te winnen bij een vergelijking van verschillende vormen van seksueel misbruik van kinderen. Natuurlijk moet ik een oordeel vellen over de globale gewichtigheid hiervan, maar dit soort vergelijkingen heeft zijn limieten.”[2]
- ▸ Ze leek overweldigd door de gewichtigheid van de taak.[3]
1. de mate waarin iets belangrijk is; de mate waarin men iets als belangrijk ervaart
- Het woord gewichtigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Joeri Vlemings“Pedofiele kardinaal ‘schoof priesterkleed opzij en ontblootte penis’” (28-02-2019), Tubantia
- ↑ Tracy Chevalier“Opmerkelijke Schepsels” (2009), Orlando, ISBN 978949208651-8