• ge·weer·ko·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord geweerkogel geweerkogels
verkleinwoord

de geweerkogelm

  1. (militair) projectiel dat met een geweer kan worden afgeschoten
     De voorruit van de trein die vorige week ontspoorde bij Philadelphia, is niet beschadigd door een pistool- of geweerkogel. Na onderzoek sluit de FBI die mogelijkheid uit, zegt de National Transportation Safety Board.[2]
     Op de luchthaven van Los Angeles (LAX) is een dode gevallen bij een schietpartij. Er zijn ook drie gewonden. De dode is een beveiliger, die werd geraakt door een geweerkogel van een man die intussen is gearresteerd.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Amtrak-trein niet beschadigd door kogel” (Dinsdag 19 mei 2015, 01:55), NOS
  3.   Weblink bron “Dode bij schietpartij op vliegveld LA” (Vrijdag 1 november 2013, 18:11), NOS