• ge·voel·vol
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gevoelvol gevoelvoller gevoelvolst
verbogen gevoelvolle gevoelvollere gevoelvolste
partitief gevoelvols gevoelvollers -

gevoelvol

  1. met veel gevoel
    • De betrokken leraar hield een gevoelvol betoog naar aanleiding van het busongeluk dat zijn school had getroffen. 
68 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be