gevallen
- ge·val·len
- [A] van Middelnederlands gevallen, op te vatten als afgeleid van vallen met het voorvoegsel ge- [1]
- [A] vervoeging van gevallen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gevallen |
geviel |
gevallen |
klasse 7 | volledig |
[A] gevallen
- ergatief gebeuren
- Nu geviel het echter dat Maxentius vanwege dringende zaken naar het uiterste eind van zijn rijk moest trekken.
- ditransitief (verouderd) bevallen
- De poëzie gevalt mij boven alle kunsten.
- [2] welgevallen
vervoeging van: | gevallen… |
geen verbogen vorm |
[A] gevallen
- voltooid deelwoord van gevallen
vervoeging van: | vallen… |
geen verbogen vorm |
[B] gevallen
- voltooid deelwoord van vallen
- vormt de voltooide tijden
- Hij was gevallen, maar had zich niet bezeerd.
- ▸ De volgende ochtend viel meteen op hoe stil het buiten was. Ik duwde de deur met beide handen open en zag dat er ’s nachts een dik pak sneeuw was gevallen, waarvan een stukje geel kleurde toen ik er mijn waterfles in leegde.[2]
- attributief gebruikt
- De gevallen sneeuw zorgde voor veel oponthoud.
- attributief gebruikt overdrachtelijk: zedelijk in opspraak geraakt [3]
- Zij was een gevallen vrouw.
- bijwoordelijk gebruikt
- Eenmaal gevallen behoort een demissionair kabinet geen nieuw beleid meer op gang te brengen.
- Niet op zijn mondje gevallen zijn
precies duidelijk maken hoe iemand over iets denkt
- Van de trap gevallen zijn
de [C] gevallen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord geval
- Het woord gevallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gevallen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be