welgevallig
- Geluid: welgevallig (hulp, bestand)
- wel·ge·val·lig
- afleiding van welgevallen met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | welgevallig | welgevalliger | welgevalligst |
verbogen | welgevallige | welgevalligere | welgevalligste |
partitief | welgevalligs | welgevalligers | - |
welgevallig
- dat hij iets heel goed vindt, dat iets je goed bevalt
- Deze ontwikkeling is hem zeer welgevallig en hij zal haar dan ook zeker ondersteunen.
- Het woord welgevallig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "welgevallig" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be