• ge·spreid
  • vervoeging van spreiden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt
vervoeging van: spreiden…
verbogen vorm: gespreide

gespreid

  1. voltooid deelwoord van spreiden
    • Ook ABP, het grootste pensioenfonds, heeft in de loop van 2018 al zijn beleggingen verkocht in bedrijven die zich bezighouden met de productie van tabak en betrokken zijn bij de bouw van kernwapens. Volgens ABP leverde de verkoop circa 4 miljard euro op. Dat geld is opnieuw belegd, gespreid over verschillende sectoren wereldwijd. [1] 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gespreid gespreider
verbogen gespreide gespreidere gespreidste
partitief gespreids gespreiders -

gespreid [2]

  1. verdeeld over een langere periode, een groter oppervlak of meerdere mensen
    • Straks moet met één druk op de knop een auto worden gekocht. De klant hoeft zich verder nergens mee te bemoeien en de auto wordt voor de deur afgeleverd met een garantie en een pechservice van een jaar. “Hij ziet een all-in prijs, en dat is het”, zegt hij. Zijn bedrijf biedt ook de mogelijkheid tot inruil en gespreide betaling. [3] 
    • ,,We hechten als CDA zeker aan de christelijke tradities’’, zei fractieleider Dirk Getkate de voorbije week in de raad. ,,Maar voor ons is gespreide verantwoordelijkheid die ook bij partners uit de samenleving ligt, van belang. Daarom gaan wij mee in maatschappelijke initiatieven. Wij ondersteunen wel van harte de bestaande vrijheid om als ondernemer of inwoner hieraan niet mee te doen.’’ [4] 
  2. naar buiten toe bewogen
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]