gespeend
- ge·speend
vervoeging van: | spenen… |
verbogen vorm: | gespeende |
gespeend
- voltooid deelwoord van spenen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gespeend | gespeender | gespeendst |
verbogen | gespeende | gespeendere | gespeendste |
partitief | gespeends | gespeenders | - |
gespeend
- op een andere manier gevoed worden dan met moedermelk; niet meer zogend
- Maatschap Klein Lee- tink aan de Scholendijk in Markelo krijgt van het college van B en W een milieuvergunning voor het houden van 2.450 gespeende biggen en 2160 vleesvarkens. [1]
- iets niet (meer) hebben
- Het streelt het ego van de niet van ijdelheid gespeende minister. Maar Timmermans oogt in Brussel vooral moe. [2]
- Een preek kan te vroeg ophouden. Als de prediker ”amen” zegt, heeft de hoorder soms het gevoel dat het échte punt nog maar net op tafel is gelegd. Na een lange, niet van enig cynisme gespeende inleiding schrijft dr. Sam Janse slotwoorden om warm van te worden. En ook meteen een gezicht bij te krijgen. [3]
- [2] zonder
- Het woord gespeend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gespeend" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Tubantia 06-12-07 Maatschap krijgt vergunning voor meer varkens
- ↑ Tubantia 26-07-14 Dagboek: de roerige week van Frans Timmermans
- ↑ Reformatorisch Dagblad Ds. A. J. Mensink 30-03-2019 Het Woord wijst heilzame wegen aan voor mannen en vrouwen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be