• spe·nen
  • In de betekenis van ‘van de borst nemen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
spenen
speende
gespeend
zwak -d volledig

spenen

  1. overgankelijk van het zogen onafhankelijk maken
    • Dit kalf is nog niet gespeend. 

de spenenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord speen
97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]