gereformeerd
- ge·re·for·meerd
- In de betekenis van ‘protestant’ voor het eerst aangetroffen in 1578 [1]
- vervoeging van reformeren: de stam met omvoegsel ge- -d [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gereformeerd | gereformeerder | gereformeerdst |
verbogen | gereformeerde | gereformeerdere | gereformeerdste |
partitief | gereformeerds | gereformeerders | - |
gereformeerd
- (religie) behorende tot een bepaalde calvinistische, protestantse kerk
- De gereformeerde dominee hield iedere zondag een lange preek.
vervoeging van: | reformeren… |
verbogen vorm: | gereformeerde |
gereformeerd
- voltooid deelwoord van reformeren
- Het woord gereformeerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gereformeerd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gereformeerd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gereformeerd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be