gerechtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·rech·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gerechtig | gerechtiger | gerechtigst |
verbogen | gerechtige | gerechtigere | gerechtigste |
partitief | gerechtigs | gerechtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gerechtig [1]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'gerechtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.