gepeperd
- Geluid: gepeperd (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈpepərt / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˈpepərt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɣəˈpepərt/
- (Limburg): /ɣəˈpepərd/
- ge·pe·perd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gepeperd | gepeperder | gepeperdst |
verbogen | gepeperde | gepeperdere | gepeperdste |
partitief | gepeperds | gepeperders | - |
gepeperd
- met peper erin
- Deze soep is zeer sterk gepeperd.
- Dit is een zeer sterk gepeperde soep.
- Ik zou graag iets gepeperds hebben.
- duur
- Dat is een gepeperde rekening.
vervoeging van: | peperen… |
verbogen vorm: | gepeperde |
gepeperd
- voltooid deelwoord van peperen
- Het woord gepeperd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gepeperd" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ gepeperd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be