generaal-majoor
- ge·ne·raal-ma·joor
- (samenkoppeling) van generaal en majoor[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | generaal-majoor | generaal-majoors generaals-majoor |
verkleinwoord | - | - |
- (militair) opperofficier bij de landmacht, de luchtmacht en de medische dienst, één rang hoger dan brigadegeneraal, respectievelijk commodore, en gelijk aan schout-bij-nacht (divisieadmiraal) bij de marine
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord generaal-majoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.